donderdag 5 juli 2012

Le maquettiste









Zo noem je in het Frans een maquettebouwer. Het rijmt niet toevallig op het woord artiste, kunstenaar. De kunstdiscipline van de verkleinde miniatuurwereld is een zeldzame. Maar wel één van de oudste en meest omvattende. In de prehistorie werden er al modellen gemaakt van ossen en ander vee, in het oude Egypte waren het kunstwerken die meegingen in het graf, de Chinese beschaving bracht ongelooflijke miniatuurkunst voort in een tijd dat we elkaar in Europa nog met knotsen te lijf gingen; een bouwmeester uit de oudheid liet in het Nationaal Museum in Libanon een schitterend stenen model na van een theater. Letterlijk uit het jaar nul. En de maquettemakers die twee eeuwen lang werkten aan de beroemde verzameling stadsmaquettes van het Musée des Plans-Reliefs in Parijs werden in hun tijd zonder aarzeling aangeduid als artistes. Het zijn maar een paar voorbeelden.

En zouden foto's ook niet beschouwd moeten worden als verkleinde werkelijkheden?

De adembenemend mooie foto's die fotograaf Johannes Timmermans maakte van mijn vingers als maquettiste zijn zonder twijfel kunstwerkjes op zichzelf. Ze verkleinen de miniatuurwereld niet maar leggen er juist het spreekwoordelijke vergrootglas op. Hij maakte de serie voor de tentoonstelling 'Het grootse verkleind', die van 8 juli t/m 2 september 2012 in kasteel Geldrop te zien is. In groots afgedrukte vorm zullen de foto's daar mijn werk Regarder la grande plaine hollandaise illustreren.

woensdag 4 juli 2012

La lampe-insecte










La banquette was het eerste object van de reeks die de installatie PourToujours: HuisjeBoompjeBeestje gaat vormen. De Lampe-Insecte is het volgende werk in dat kader. Net als in de banquette hebben we ook daarin technieken toegepast die voor ons beiden nieuw waren. Aurore Halpert heeft de vleugels in fijnzinnig kantwerk uitgevoerd, de andere delen van het Insecte voegde ik eraan toe in soldeerwerk van zilverdraad met een doorsnede van een kwart millimeter. De bewegingen die l'insecte tot steun dienen bestaan uit wat zwaarder messingdraad. Het draadwerk oogt nog wat 'metalig', na verloop van tijd bereikt het zijn bedoelde kleuren: het zilver wordt zwart, de soldeerverbindingen grijs en het messing bruin.  La lampe is uitgevoerd in glas, hout en light emitting diodes, beter bekend als 'leds'. Zoals gebruikelijk in mijn werk vormt de aansluittechniek deel van het werk.

PourToujours: HuisjeBoompjeBeestje wordt gerealiseerd in het Theater aan het Vrijthof in Maastricht. De vernissage is voorzien in januari 2013. De installatie zal ook benut worden door een tweetal vertelkunstenaars.

dinsdag 26 juni 2012

Le Jardin Extraordinaire



1500 inwoners. Dat is de gemeente Perrusson, in het Franse departement Indre-et-Loire. Zeshonderdvijftig kilometer noordelijker ligt Maastricht met haar 121000 inwoners. Maastricht is dus tachtig keer zo groot. Maar ook in Perrusson is internet, kijkt men tv, luistert naar de radio en leest kranten. En daarin beheersen koffiehops en drugsrunners al jaren de berichtgeving. Zoals overal in Frankrijk. De magie van het Verdrag van Maastricht is uitgewerkt. Tijd voor iets nieuws om Maastricht weer een positief imago in het Franse land te geven.

(Mijn miniatuurtekeningen dus. Foei! Wat een onbescheidenheid!)

Sorry. Ik bedoel natuurlijk de kandidatuur van Maastricht voor de titel Europese Cultuurhoofdstad in 2018. Tot mijn verbazing was de organisatie van de openlucht-expositie 'Le Jardin Extraordinaire' er heel trots op een kunstenaar binnen te hebben gehaald die uit Maastricht kwam. Juist omdat de stad zich kandidaat heeft gesteld voor die prestigieuze cultuurhoofdstad-titel. Dus ben ik voor de organisatie, behalve exposerend deelnemer ook een cultuurdrager van mijn eigen stad.

De Maastrichtse cultuurwethouder Jacques Costongs wilde daar wel bij assisteren. En daarom staat hij nu, al bladerend in het bidbook VIA2018 op de homepage van de gemeente Perrusson. Hij poseert voor zijn dagelijkse werkplek, het historische stadhuis van Maastricht. Naast hem hangt het kleurige affiche van Le Jardin Extraordinaire. Nee, het is er echt niet in gefotoshopt. En ik kan het weten, want ik heb zelf het affiche met gemeentelijke plakband opgehangen en de foto gemaakt. Kijk zelf:
www.perrusson.fr
Ik neem deel aan Le Jardin Extraordinaire met een reeks tekeningen als samenhangend werk onder de titel Le Corne du Cornucopianisme. De tekeningen stellen de vraag aan de orde of genieten van de spreekwoordelijke 'hoorn des overvloeds' al dan niet verkeerd is. Het is echter wel even rijden om mijn bijdrage aan Le Jardin Extraordinaire te kunnen bekijken. Voor iedereen die daar zin in heeft, onderweg in Frankrijk door de prachtige Touraine komt of een ommetje wil maken tijdens zijn vakantie: www.lejardinextraordinaire.com. Het is een kwalitatief hoog, maar toch luchtig en zomers evenement, dus très sympa!

zondag 24 juni 2012

Kritiek is een vorm van respect




Mijn werk wordt, vaak al jarenlang, vrij intensief gevolgd door een tiental mensen. Ze zijn heel verschillend en ze kennen elkaar niet. Maar één eigenschap delen ze: het zijn heel kundige en kritische volgers met een enorme passie voor authenticiteit in de beeldende kunst. Ze vormen mijn belangrijkste publiek, omdat ze mijn werk op open wijze benaderen en me zonder omhaal durven te betrekken in hun kritische bemerkingen. Altijd zijn die opbouwend van aard.

Met enige regelmaat kopen ze een tekening of object aan voor hun verzameling. Vaak nadat het gedeeltelijk, of zelfs helemaal opnieuw is ontstaan naar aanleiding van hun kritiek. Niet dat ze verwachten dat ik dans naar hun opdrachtgevende pijpen. Verre van dat. Mijn critici schrijven het begrip creatieve vrijheid met hoofdletters.

Een van hen heeft een paar weken terug een middag uitgetrokken om in alle rust een groot aantal mappen en dozen met tekeningen door te nemen. Zijn blik bleef tot mijn grote verrassing rusten op een kleine serie houtskooltekeningen. Deze werkjes uit 2008 vormen buitenbeentjes omdat ik niet vaak werk met houtskool. Het laat zich aflezen aan de manier waarop deze tekeningen zijn gemaakt. Alsof ik geen houtskool maar een potlood in de hand had.

Het oog van deze 'vaste volger' die de houtskooltekening l'Homme ontdekte en onmiddellijk aankocht viel ook op twee andere werkjes. Ik beeld ze in dit bericht af in hun nieuwe schuifdoos-inlijstingen waarin ze mijn atelier verruilden voor hun nieuwe thuis. Een thuis temidden van een privéverzameling die tot een van de meest bijzondere in de wijde omtrek moet behoren.

Waarom ik geen naam noem? Niet alles hoeft op straat te liggen. En dat geldt ook voor internet.



vrijdag 15 juni 2012

Paneeltjes en een oorkonde





'Autonome kunst bestaat niet'. Zo noemde ik een van de berichten op deze weblog een keer. Het is mijn mening, en die is uiteraard voor discussie vatbaar. Hoe het ook zij, ik werk met evenveel plezier aan een groots, vrij werk als een heel kleine opdracht voor toegepaste vormgeving. In die laatste categorie passen de twee informatiepaneeltjes die ik ontwierp voor de kerk van het Maastrichtse dorp Wolder. In het portaal van deze neogotische parel worden twee bijzondere objecten permanent geëxposeerd. Het zijn een maquette van de kerk en een beeldje van de beroemde musketier d'Artagnan. Hij vond wellicht hier zijn laatste rustplaats in 1673.
De paneeltjes zijn aan één zijde 'open'; de andere drie zijden zijn voorzien van een dunne natuurstenen lijst. De vakmensen van natuursteenbedrijf Jac de Groot in Maastricht wilden wel eens proberen hoe dun ze een strook Naamse steen konden zagen. Ze kwamen tot een dikte van 10 mm, dunner dan een doosje lucifers.

De paneeltjes worden officiëel 'in gebruik genomen' op 24 juni 2012. Die dag wordt ook een 'Chambellan d'Honneur' benoemd, een ceremoniële titel van de Harmonie Sint Petrus-en-Paulus. Als bijkomend werkje maakte ik daar een soort van oorkonde voor. Ik word wel geacht me de naam van de persoon in kwestie niet voortijdig te laten ontglippen zodat die op de afbeelding hierboven met digitaal wit is weggepoetst.

woensdag 23 mei 2012

Torentje de Gulden








Ik ben Torentje de Gulden. Zo staat het op het nieuwe bordje bij de deur. Torentje de Gulden maakt deel uit van Château Neercanne, een stijlvol landgoed dat je eerder in de Franse Loirestreek zou verwachten dan in de buurt van Maastricht. In 1698 werd het naar ideeën van Daniel Wolf, baron Van Dopff ingebed in de bosrijke hellingen van het paradijselijk mooie Jekerdal. Latere kasteelheren voegden nog een aantal elementen toe, waaronder twee opvallende, achtzijdige paviljoens die het hoogste terras markeren. Het noordelijke paviljoen leidde lange tijd een wat slapend bestaan, ondanks het fabelachtig mooie uitzicht dat de bezoeker vanuit het gebouwtje heeft. Om het te betrekken bij de bruisende restaurantwereld die Neercanne is, nodigde directeur Harkema me uit een creatief en eigenzinnig ontwerp voor het interieur te maken.

Het pure karakter van het interieur, waar mergelstenen wanden, oude betimmeringen en het unieke uitzicht over het Jekerdal de boventoon voeren vormde het uitgangspunt voor de vormgeving en de kleur- en materiaalkeuze. Pure grondstoffen als vurenhout en vlakglas voeren de boventoon. Met het wit, geïnspireerd op het tafellinnen, als klein maar kenmerkend accent.

De museale onderdelen van Torentje de Gulden zijn ook in ons atelier vervaardigd. Het zijn luchtige, decoratieve werken waarop een beeld wordt geschetst van 60 jaar Brand UP-bier, 60 jaar restaurant Château Neercanne, en de 'Eurotop' die in 1992 resulteerde in het Verdrag van Maastricht. Daarmee werd het opgaan van de Nederlandse Gulden in de Euro bezegeld. Koningin Beatrix bood haar belangrijke gasten tijdens de topconferentie een ontspannende lunch aan op Neercanne.

In de museale presentatie is een drietal flatscreens opgenomen die talloze mogelijkheden bieden voor het tonen van beeld- en geluidsmateriaal. Het technisch-creatieve deel van het project rustte op de vertrouwde schouders van AV&F. Samen met meubelmaker en -stoffeerder Kaanen voegt mijn atelier op een later moment een speciaal gemaakt ameublement toe. De tafel en de acht fauteuils heb ik zodanig ontworpen dat ze aansluiten bij de constructief-geometrische wereld van het achtkantige gebouwtje en een visuele eenheid vormen met de wandpresentatie.

In de tafel wordt het object Oculus Altus est Magnus ingepast, een gedetailleerde reconstructie van Neercanne in 1715 die ik in 1998 vervaardigde. Na de onthulling door de toenmalige Maastrichtse burgemeester Houben stond de maquette jarenlang bij de receptie van het Château.

De foto's geven o.a. een beeld van de ontwerpschetsen voor het ameublement, het vervaardigen van de wandobjecten, en de officiële opening van de Gulden op 21 mei 2012. Met dank aan Coen van der Gugten voor de meeste foto's. Voor meer over lunch- en diner in de Gulden zie deze webpagina:  http://www.chateauhotels.nl/default.aspx?id=709&taal=nl&sc=5

zondag 20 mei 2012

Geniï loci


De KunstTour in Maastricht gebruik ik meestal als aanleiding om nieuw, experimenteel werk te maken en dat te tonen in ons HuismethetHandje. Dit jaar speelt KunstTour zich af rond het thema 'Genius Loci', de 'geest van de plek'. Het HuismethetHandje zit vol met deze spreekwoordelijke geesten. Sommige zijn oudheidkundig van aard, andere bestaan uit installatiekunst.
De meeste werken maakte ik in de jaren 2000-2001, de periode dat het HuismethetHandje zijn restauratie onderging. Eén van die werken is 'Watergang'. Het is een lichtwerk dat al een aantal jaren een zieltogend bestaan leidde. Veel lichtpuntjes werkten niet meer en waren ook niet te vervangen door de achterhaalde techniek. Watergang is nu eindelijk hersteld met hedendaagse LED-techniek en straalt als nooit tevoren.
Niet alleen Watergang is hernieuwd ter gelegenheid van KunstTour 2012, ook de panelen waarmee ik de sluiting van aardewerkfabriek Sphinx in 2007 markeerde zijn na vijf jaar omzwervingen op stoffige zolders en vochtige kelders weer teruggekeerd op hun oorspronkelijke plaats: de gevel van het HuismethetHandje.

KunstTour 2012 in het HuismethetHandje. 26-28 mei 2012, 13.00 tot 17.00 uur. Voor meer:
www.kunsttour.com of www.huismethethandje.blogspot.com.

zaterdag 14 april 2012

Helden!



Open Monumentendagen, Erfgoeddagen, Cultuurnachten en Museumweekeinden zijn een uitstekende gelegenheid een kritische noot te zetten bij de omgang met cultuurhistorie. Dergelijke, wat gekunstelde evenementen zijn door de meeste organisatoren bedoeld om vooral in juichende tonen over cultuur te praten. Het is daarom goed dat er ook kritische geesten bestaan die vraagtekens durven te zetten bij de wèrkelijke omgang met cultureel erfgoed. Zonder cynisch te worden.
Ook in de Belgische stad Lier bestaan zulke geesten. Ze wonen en werken in een huis dat uitkijkt op een voormalig kazerneterrein. Veel van de karakteristieke, prachtig gepatineerde kazernegebouwen zullen de komende jaren verdwijnen. Reden genoeg om vraagtekens te zetten. Vraagtekens die gezet worden door middel van een tentoonstelling over de wereld binnen de kazernemuren. Omdat de omgang met cultureel erfgoed niet beperkt blijft tot een oude kazerne, een kleine stad, een provincie of een land vormt mijn tekeningenreeks 'l'Histoire' een parallelle expositie.
De vijf portretten van insectenkarakters die door de menselijke vooruitgang werden verjaagd laten er in Lier het hunne van merken:

l'Histoire: Vanités
l'Histoire: Écritures
l'Histoire: Hontes
l'Histoire: Exhumations
l'Histoire: Progrès

 (verwaandheden, schande (in taalkundig verzonnen meervoud), (ambtelijke) stukken, lijkopgravingen (figuurlijk), vooruitgang (in meervoud)

De tentoonstelling loopt in de weekeinden, van 22 april tot en met 6 mei 2012, en vindt plaats bij 'LOOKSTRAAT 14'. Het adres is, hoe kan het anders, Lookstraat 14 in Lier. En dat ligt vlakbij Antwerpen. Meer informatie: http://www.erfgoeddag.be/2012/index_content.cfm?action=detail&inst=3616

Op de foto's: het drieluik 'l'Histoire: Vanités', en een tweetal details uit het tweeluik 'l'Histoire: Exhumantions'.

maandag 12 maart 2012

Les Feux des Cimentements



De gevels van monumentale gebouwen worden 's avonds vaak verlicht. Aangestraald, heet dat in architecten- en ambtelijke kringen. Dat aanstralen gebeurt meestal met behulp van gasontladingslampen die hun bekende oranje licht in grote hoeveelheden de hemel in werpen. Een deel van die stortvloed komt inderdaad terecht op het gebouw. De rest veroorzaakt lichtvervuiling.

De laatste jaren is er een kentering zichtbaar in de manier waarop monumenten in de avonduren zichtbaar worden gemaakt. Lichtpunten worden wat kleiner en steeds vaker in de gevels zelf aangebracht. Zoals vaak liep de Franse cultuurwereld daarin voorop. Al in 1989 werd het Louvre in Parijs voorzien van verlichting die de rijke architecturale detaillering van het reusachtige museum op fijnzinnige wijze onderstreepte. Duizenden kleine lichtpunten leggen er overwogen accenten op de frontons, lijsten en ornamenten.

Aarzelend komen er ook in Maatricht meer afgewogen verlichtingsideeën tot uitvoering. Het stadhuis op de Markt of het Gouvernement aan de Maas zijn daarvan voorbeelden. Het blijven echter projecten met een sterk 'architecterig' karakter. Een theatraal-dramatische kant ontbreekt. Verhalende diepgang, zoals te beleven valt bij het Louvre, het Maison de la Magie in Blois, de Luikse Maasbruggen of de voet van gerenoveerde flatgebouwen in dezelfde stad, is er bijna niet bij of slechts flinterdun van inhoud. De doodse en lege indruk die het Maastrichtse stadhuis en het Gouvernement 's avonds maken wordt dan ook niet door de  nieuwe verlichting doorbroken. Het licht komt niet van binnenuit, zowel in gevoelsmatig als in daadwerkelijk opzicht. De verlichting blijft daardoor spreekwoordelijk behang met een leuk motiefje waarachter zich de leegte van een verlaten gebouw vergeefs probeert te verschuilen.

Voor een aantal lokaties in Maastricht ontwierp ik de afgelopen jaren verhalende lichtwerken van tijdelijke aard. In 2004 realiseerde mijn atelier het tweeluik 'l'Image' op Helpoort en fort Sint Pieter, de gevel van het HuismethetHandje vormde de basis voor een verlichtend cartoonwerk over het bezoek van de Amerikaanse president aan Limburg, en op de Sint Servaasbasiliek verscheen in 2009 een voorzichtig werk dat de middeleeuwse reliekenverering eigentijds leven in blies. Een permanent werk waar de eerste schetsen inmiddels voor zijn gemaakt is het lichtplan voor de buitenruimte van het nieuwe bezoekersontvangstruimte Kazematten in het Waldeckpark.

Veel concreter is het werk Les Feux des Cimentements. Onder deze titel voorzie ik in opdracht van BOEi het Ainsi-cultuurhuis in Maastricht van een voorzichtig lichtwerk. Het wordt een werk dat de bijzondere industriële architectuurgeschiedenis en bouwhistorie van het voormalige verpakkingsgebouw zal belichten met behulp van het industriële karakter van monochromatisch* geel natriumlicht. Het wordt een volautomatisch werkende installatie die elke avond te zien zal zijn. De uitvoering neemt een aantal maanden in beslag omdat het enorme gebouw met zijn gecompiceerde installaties en vele gebruikers geen eenvoudige lokatie vormt.

*Monochromatisch licht is licht van één kleur, één enkele golflengte. De lagedruk natriumlampen (SOX) die voor Les Feux de Cimentements gebruikt worden zijn vooral bekend als verlichtingsbron voor het Belgische snelwegennet.

De afbeeldingen laten de definitieve ontwerpschets zien van Les Feux des Cimentements.


zaterdag 3 maart 2012

Waldeck








Samen met de Sint Pietersberg, het Vrijthof en de Sint Servaas behoren de kazematten tot de 'musts' van toeristisch Maastricht. Al meer dan een halve eeuw organiseert de VVV rondleidingen in deze eeuwenoude gangenstelsels. Sinds de jaren 1970 spelen de meeste rondleidingen zich af in het gangenstelsel Waldeck. De bezoeker koopt er een ouderwets kaartje aan een stalen bureau uit die tijd, neemt plaats op een van de oranje stoeltjes die als vintage items weer helemaal hot zijn, en het verhaal van de gids wordt ondersteund met versleten en vervuild kaartmateriaal. Dat alles onder TL-lampen in lichtkleur 33, de lichtkleur die decennia lang het koude imago van deze lichtbron bepaalde. Gelukkig zijn de VVV-gidsen van deze tijd zodat de meeste bezoekers de sleetse tijdcapsule wel met een glimlach kunnen relativeren.

Het starre stramien van de rondleidingen wordt steeds meer een knellend keurslijf voor gids, bezoeker en organisator. De veranderende tijdgeest vereist steeds meer maatwerk voor de bezoeker, maar de huidige voorzieningen op de ontvangslokatie maken een lossere, individuele benadering van een bezoek aan de kazematten vrijwel onmogelijk. Ze vormen letterlijk en figuurlijk struikelblokken.

Ons atelier heeft veel ervaring in het ontwerp en de bouw van presentaties en exposities op 'moeilijke plekken'. Vanuit die expertise werd ik als ontwerper uitgenodigd deel te nemen aan een aantal brainstormsessies die uitmondden in een ontwerpopgave voor een stijlvolle en praktische ontvangstruimte. Het denkproces vond plaats binnen de contouren van de Vestingvisie, het nieuwe beleidsplan waarin de gemeente Maastricht richting geeft aan een samenhangende omgang met de overblijfselen van het militair verleden van de stad. Onderdeel van de Vestingvisie vormt het voornemen te komen tot een aantal informatiepunten die ter plaatse een bepaald thema uit de vesting duiden. In uitvoering kunnen de informatiepunten sterk verschillen. Het kunnen eenvoudigweg informatiepanelen zijn, maar ook een complete museale presentatie behoort tot de mogelijkheden. De inrichting van een ontvangstruimte in het gangenstelsel Waldeck is een pilot-project voor de informatiepunten die gerealiseerd gaan worden in het kader van de Vestingvisie. Eindconclusie van de brainstormsessies was de opgave dat 'Waldeck' een museaal getint informatiepunt moet worden waar zowel de bouwhistorie van de kazematten als de beroemde musketier d'Artagnan een plek zullen krijgen.

In de loop van 2011 kreeg het ontwerp verder vorm. Ik ben daarin uitgegaan van de schitterende architectonische verschijningsvorm van de 'caponnière' die gebouwd werd rond 1775. De elementen die we invoegen in de licht gebogen, overwelfde ruimte reageren op die vormentaal met soortgelijke bogen, maar in tegengestelde krommingen. Daardoor wordt de ruimtewerking zichtbaarder en herkenbaarder. 'Uitgaan van het bestaande' is een leidraad die ik altijd hanteer op ver doorgevoerde wijze. Het heeft me altijd verwonderd dat niemand zich tot nu toe bewust leek van de uniciteit van de ruimtewerking en daar voor zover ik weet ook niemand eerder aansluiting bij heeft gezocht.
Eind 2011 startten de werkzaamheden met het voorzichtig heropenen van een 'luistergang' en de schiet- en rookgaten die rond 1965 zijn dichtgemetseld toen de ruimte werd verbouwd tot schuilkelder. Ook is er gestart met schilderwerkzaamheden die de verschillen tussen het oorspronkelijke metselwerk en de latere toevoegingen zichtbaar gaan maken, zonder dat het enigszins ruwe en doorleefde karakter van de ruimte verloren zal gaan. Komend voorjaar zal de verdere inrichting zijn beslag gaan krijgen, terwijl de eindfase o.a. voorziet in de passende verlichting van het exterieur en... een state of the art composttoilet.

De foto's geven een indruk van de huidige ruimte, de werkmaquette, een ontwerpschets en het begin van de werkzaamheden. Wilt u een kijkje nemen bij het project? Dat kan, en wel heel eenvoudig door deel te nemen aan een reguliere rondleiding van de VVV. Voor meer informatie zie de website http://www.maastrichtunderground.nl/

zondag 26 februari 2012

de Tagagemaquette







De ontdekking rond 1930 van een stadsmaquette van Maastricht uit 1752 op de zolders van het immense Hôtel des Invalides in Parijs leidde tot een blijvende fascinatie van de Maastrichtenaren voor de bijna vergeten kunstdiscipline van de maquette. Een van de mensen die gegrepen werden door het maquettevirus was Beyartbroeder Sigismund Tagage. Hij begon in 1947 aan de bouw van een maquette van Maastricht en de omringende vestingwerken. Tagage dook in het verleden en creëerde van daaruit zijn droombeeld: Maastricht van vóór het beleg van 1794, de omringende fortificaties in de toestand van 1825. Misschien is die eigenzinnige benadering van de geschiedenis er wel de oorzaak van geweest dat er altijd wat minachtend naar de Tagage-maquette is gekeken. 'Er zaten teveel fouten in', zo luidde de opvatting van veel 'deskundigen' en andere betweters. Maar het monnikenwerk van Tagage is helemaal niet bedoeld als een strikte nabootsing van de  fysieke bouwgeschiedenis. De maquette is een subjectief portret van de levende stad Maastricht en daarmee een uiting van beeldende kunst. Per definitie kan in een kunstwerk nooit sprake zijn van 'fouten'. Een kunstenaar is er immers niet aan gebonden om alleen een fysieke werkelijkheid uit te beelden. Bovendien hoeft een kunstwerk niet alleen antwoorden te geven maar mag ook vragen oproepen.

In 1957 was de Tagagemaquette voor het eerst op een tentoonstelling te zien. Daarna verdween het werk op de zolders van het Bonnefantenmuseum in de Maastrichtse binnenstad. Achttien jaar later wist een stichting het museum zo ver te krijgen de maquette in bruikleen af te staan voor een permanente expositie in de Helpoort in Maastricht. De maquette trof ik daar in 1987 bij toeval aan in kommervolle omstandigheden. Ik bracht hem onder bij de stichting Maastricht Vestingstad, een organisatie waarvan ik zelf een tijdlang bestuurslid was. Op die manier kon in elk geval verder verval worden voorkomen in afwachting van een restauratie. Vijfentwintig jaar lang bleek het niet mogelijk die daadwerkelijk in gang te zetten. Er was geen geschikte ruimte, er waren geen financiële middelen en er waren geen gekwalificeerde vrijwilligers voorhanden. Maar vooral de technische aspecten van een conserverende restauratie vormden lange tijd het belangrijkste struikelblok. De maquette is vervaardigd uit materialen die in de restauratiewereld volkomen onbekend zijn. Zo is de ondergrond van zachtboard gemaakt; een materiaal dat nooit eerder in een restauratieatelier onder handen is genomen. Jarenlang voorzichtig experimenteren en onderzoeken leidde tot een methode die enerzijds het afbrokkelen stopt, en anderzijds de oorspronkelijke kleuren en afwerking vrijwel intact laat. Daarna was het weer jaren wachten op tijd, geld en vooral hulpkrachten. Maar sinds januari is het dan toch eindelijk zover. De Tagagemaquette is begin januari overgebracht naar de projectruimte van het Ainsi Cultuurhuis in Maastricht en wordt stukje bij beetje gereinigd, geconserveerd en gerestaureerd in een projectruimte die beschikbaar werd gesteld door Stichting Ateliers Maastricht. Het is een 'open atelier'. Belangstellenden zijn dus van harte welkom!

Wilt u een uniek kijkje nemen in de wondere wereld van de maquette? Welkom! Maar mail of bel altijd even tevoren: huismethethandje@paul-tieman.nl of 06-22300859.
Bij de foto's, van boven naar onder:
- De Tagagemaquette in 1957.
- Het stadsdeel Wyck op de maquette, omstreeks 1955.
- Hetzelfde maquettedeel 55 jaar later.
- Bastion Sint Maarten op de Tagagemaquette vóór aanvang van de restauratie.
- Dezelfde plek tijdens de restauratie. Voor het conserveren van de ondergrond moeten alle gebouwen tijdelijk worden verwijderd.
- Een deel van de stadsomwalling vóór en ná de reiniging.